Toegankelijkheid

  1. Toegang tot het betaald parkeren bij het ADRZ in Goes

    Wij ontvingen een klacht over het niet-toegankelijk zijn van het betaald-parkerenterrein van het ADRZ Goes. De bestuurder van een aangepaste bus was niet in staat de slagboom te bedienen. We legden de klacht vóór aan de ziekenhuisdirectie die alsvolgt reageerde.
    "Het gesignaleerde in uw brief is bij ons bekend. Indien de beperkingen van een frequente bezoeker van ons ziekenhuis van dien aard zijn dat betrokkene de slagboom niet kan bedienen dan bestaat de mogelijkheid dat betrokkene gratis toegang krijgt tot de parkeerplaatsen. Om hiervoor in aanmerking te komen dient betrokkene een verklaring met betrekking tot de beperking in relatie tot bediening van zijn, of haar, medische specialist te overhandigen, alsmede het kenteken van het desbetreffende voertuig. Elke keer als betrokkene bij de slagboom komt dan wordt op basis van het geregistreerde kenteken de slagboom automatisch geopend. Deze verklaring kan betrokkene toesturen aan de heer Soethout Bedrijfskundig Manager."

  2. Verslag van een bezoek aan lunchboerderij, winkel en camping De Molenberg in Burgh-Haamstede.

    • Bij aankomst vallen de goed zichtbare invalide parkeerplaatsen op; ze bevinden zich dicht bij de ingang en een goed berijdbaar pad geeft toegang tot lunchboerderij, winkel en camping.
    • Er zijn geen gidslijnen op het terrein aanwezig, in onze ogen ook ondoenlijk.
    • Zowel lunchboerderij, winkel als camping zijn toegankelijk voor mensen met een beperking; ze kunnen overal goed bij; langs de route naar lunchboerderij en winkel bevinden zich zitjes waar mensen die moeilijk lopen kunnen uitrusten.
    • De winkel heeft een aparte ingang naar een plek waar Zeeuwse producten worden verkocht, zoals thee, zeepjes en sevies.
    • Vanuit de winkel kan men in de lunchboerderij komen.
    • De deuren van lunchboerderij en winkel zijn superlicht te bedienen; wel gaan ze automatisch dicht,  maar ze zo licht afgesteld dat je met één vinger een deur kunt openen, zodat je niet klem komt te zitten; de deuren zijn niet gemarkeerd met strepen.
    • Zowel de binnen- als de buitendeuren hebben een voldoende grote draaicirkel voor rolstoelen.
    • Er is geen leen-rolstoel aanwezig; een groot bezwaar hoeft dit niet te zijn, omdat de mensen die naar lunchboerderij, winkel of camping komen daarover meestal zelf beschikken.
    • Geleide hulphonden zijn toegestaan; er staat zelfs eten en drinken voor hen klaar.
    • Een lift is er niet; is ook niet nodig omdat alle locaties zich op de begane grond bevinden.
    • Alle drempels zitten qua hoogte onder de 2 cm.
    • Er is geen lunchkaart in braille, maar het personeel is zo geïnstrueerd dat de lunchkaart voorgelezen kan worden. Na de bestelling wordt nagegaan of het nodig is een gast te helpen, bv. bij het snijden van vlees. Deze lunchboerderij is zeer goed ingesteld op het ontvangen van mensen met een beperking.
    • Er is geen ringleiding aanwezig (de kosten voor de aanleg ervan zijn erg hoog!).
    • De aangepaste toiletten zijn prima in orde, hebben een noodkoord en zijn voldoende ruim; dit geldt ook voor de toiletten op de camping; de camping is zeer geschikt voor mensen met een beperking die er willen recreëren.

      Onze algemene indruk is dat de eigenaar van De Molenberg in Burgh-Haamstede het mensen met een beperking zo aangenaam mogelijk probeert te maken. Wij zullen ons verslag daarom met veel plezier op onze website zetten. Als tip hebben we nog gegeven het markeren van deuren.

 100_pcg_logo-fc.jpg

 

Week van de Toegankelijkheid 2015 (5 t/m 10 oktober)

Bestuursleden van de PCG hebben ook dit jaar in en na de Week van de Toegankelijkheid enkele verenigingen en clubs bezocht om na te gaan hoe toegankelijk ze zijn, in brede zin, voor chronisch zieken en mensen met een beperking. In brede zin, dat betekent: kunnen mensen die tot genoemde groepen behoren, er goed binnenkomen, zijn er (zo nodig) voorzieningen voor hen getroffen?

Maar ook: zijn ze er welkom?

Daarnaast namen de bestuursleden telefonisch contact op met diverse clubs en verenigingen om langs die weg antwoorden te vinden op dezelfde vragen.

Hieronder volgen nu eerst de verslagen van de bezoeken, daarna die van de telefonades.

  1. Slaaphuisje voor mindervaliden op het strand.
    Tussen Domburg en Westkapelle, om iets preciezer te zijn, tussen Domburg en waar de Westkappelse zeedijk begint, daar op het strand staat het. Het slaaphuisje voor mindervalide vakantiegangers. Het is het eerste  van een rijtje vrijwel dezelfde huisjes en lijkt zich van die andere niet echt te onderscheiden. Wie er binnengaat ziet snel het bijzondere …..ho, wacht even! Je ziet het toch aan de buitenkant: alle slaaphuisje hebben een trap, die uitkomt op het terras voor het huisje, maar dit huisje heeft ook een langzaam oplopende helling. Geschikt voor rolstoelers.


    250_dscf9159.jpgNu naar binnen! Via een bijna drempelloze toegang kom je in de zit-, eetkamer en keuken. Een mooie ruimte, maar je moet verder doorlopen om de aanpassingen te zien: brede schuifdeuren geven toegang tot een tweepersoons bed; direct ernaast bevindt zich de douche met zitstoel, een toilet met beugels en een verlaagde, vrijhangende wastafel.250_dscf9154.jpgIn de ruime vide kunnen nog 3 mensen slapen. Die moeten wel valide zijn, want de trap die toegang geeft tot de vide is steil. De vide zelf vormt een mooie aanvulling op de aangepaste benedenruimte; ze maakt het huisje geschikt voor een gezinsvakantie.

    Een vakantie helemaal doorbrengen op het strand: PCG Zeeland maakt er met veel plezier melding van. Ons verslag kent wel één maar: de bereikbaarheid van het slaaphuisje. Alleen wie nog de hindernis van enkele traptreden kan nemen of wie in staat is de overstap te maken van een terreinwagen naar een gereedstaande rolstoel, komt het huisje binnen. PCG Zeeland zal er bij de gemeente Veere op aandringen naar een oplossing te zoeken voor het probleem van het niet-bereikbaar zijn.

  2. Rolstoelbasketbalvereniging Middelburg: verslag van een trainingsavond die nog een staartje kreeg.
    Maandagavond 12 oktober, te gast bij de Rolstoelbasketbalvereniging Middelburg in De Sprong, een sportzaal in die plaats. Mijn  bezoek is onderdeel van een actie die ik voer samen met 2 medebestuursleden van PCG Zeeland, de organisatie die de belangen behartigt van chronisch zieken en mensen met een beperking. We doen dat in het kader van de jaarlijkse Week van de Toegankelijkheid. Dit jaar benaderen we clubs en verenigingen, om na te gaan hoe welkom er mensen met een beperking zijn.

    Met die paar zinnen heb ik aangegeven dat het eigenlijk een wat vreemd bezoek is dat ik aan de RBVM breng. Want, hoezo welkom bij deze club? Meer dan welkom zijn ze er, Annet, Jeroen, Bruce e.a.(die ik nog wel zal noemen). Zonder hun deelname zou er geen vereniging zijn! Natuurlijk weet ik dat, maar ik ben gekomen met een vraag in mijn hoofd. Een vraag waarop ik een antwoord zoek. Maar heb nog even geduld, vraag en antwoord komen straks.

    Om half acht begint de training. Een pauze zal niet worden gehouden. Minuten lang flitsen de rolstoelers in hoog tempo van de ene kant van de zaal naar de andere; daar keren ze met piepende wielen. Daarna worden technieken als dribbelen, de bal voor je uit gooien en weer opvangen, aanvallen, verdedigen en doelen geoefend. Vooral dat laatste is fascinerend om te zien. Hoe krijg je, vooral als je niet zo groot bent, die bal omhoog, richting korf? En dat niet één, twee of drie keer, nee tientallen. Waar haal je de energie vandaan? vraag ik me af. Het is topsport wat ik zie. Niet alleen qua inzet, fysieke inspanning en incasseringsvermogen maar ook gelet op het materiaal dat wordt gebruikt. De rolstoelen hebben schuinstaande grote wielen, die worden  gebruikt bij het oppakken van de bal. De 4 kleine wielen, 2 aan de voorkant en 2 achter, zorgen voor stabiliteit. Beugels aan voor- en achterkant moeten bij botsingen beschadiging van lichaamsdelen voorkomen. Bij wedstrijden wordt gemeten of deze beugels op exact dezelfde hoogte zijn aangebracht. Anders zou het immers nog mis kunnen gaan.

    Om kwart voor 9 moet ik weg. “Maar ik kom volgende week terug, ik wil een partijtje zien”. Dan zal ik meteen horen hoe de competitiewedstrijd in Leiden van de komende zaterdag is verlopen. RBVM speelt in de C-divisie, die past bij het ledenbestand van de club. Daarboven zitten nog de A- en B-divisie en de Eredivisie.

    Eén week later: nogmaals op bezoek bij RbvM. Bij het binnenkomen zie ik dat er nog fanatiek op vaardigheden wordt getraind. “Hoe ging het zaterdag in de competitie?” vraag ik een ouder van een speler “Geweldig, twee keer gewonnen”, zegt ze. “Ik kom voor een partijtje!” roep ik als het trainen maar doorgaat. “Doe maar mee”, is het antwoord. Even later heb ik mij in een stoel gesnoerd en begint het gevecht om vooruit te komen. Wat ik mijn medespelers zie doen, lukt mij niet goed: dribbelen en snelheid maken zonder de wielen aan te raken, door het lichaam te bewegen (de handen zijn met de bal bezig). Bij het “dekken” van mijn mannetje of vrouwtje ga ik in de fout. De bal uit iemand handen rammen is toegestaan, maar het gebied tussen de bal en het lichaam van de ander is verboden terrein. Dat wordt me al snel duidelijk gemaakt. Natuurlijk wil ik het allerbelangrijkste kunnen: een doelpunt maken, maar dat lukt me van geen kant. De bal krijgt steevast onvoldoende hoogte. Ondertussen gaat het spel verder. Hard en fanatiek wordt er gespeeld. Een paar keer tuimelt er een speler uit de stoel, na een botsing. Verzorging niet toegestaan, je krabbelt zelf maar weer overeind.

    Als het partijtje om half tien stopt, heb ik een duidelijk antwoord gekregen op de vraag waarmee ik naar deze club toeging: Waarom een aparte rolstoelbasketbalvereniging? Waarom niet één basketbalvereniging? Omdat bij het samengaan van een valide en invalide club te veel geld naar het eerste team van de valide zou gaan? Maar, geld dat nu toekomt aan de RBVM kan toch voor deze club geoormerkt blijven? Waarom echter direct denken aan geld? Voor de rolstoelbasketballers is de maandagavond meer dan zo maar een avondje sporten. Ze leren nog zoveel meer: de grenzen van hun kunnen verleggen en zichzelf accepteren. Samen sporten met hun valide medesporters zou kunnen bijdragen aan nog een andere acceptatie, namelijk door de wereld van de valide medesporters en medemensen. Ik zie het al voor me: groots festijn, de jaarlijkse wedstrijd tussen valide en invalide basketballers, allen in rolstoel uiteraard! André, Annet, Bas, Bruce, Jack, Jeroen, Linda en Marc, bedankt!  Chris Stronks

  3. Het bezoek aan Cinecity in Vlissingen
    Uiteraard ging de aandacht van de bezoekende bestuursleden vooral uit naar de nieuwe, pas geopende theaterzaal. Die is, dankzij een flauw oplopende helling, zeer toegankelijk voor elektrische rolstoelen. De verrassing is de plaats die voor hen is ingeruimd: op het plateau van binnenkomen in het midden van de zaal; met voor hen stoelen die eruit zien als alle andere, maar die twee aan twee met een eenvoudige handgreep kunnen worden losgemaakt uit het verband waarin ze staan. Op de open plek kan dan de rolstoeler plaats nemen, met naast zich een plek voor de begeleider. Een prachtig voorbeeld van inclusie: een voorziening voor invalide en valide personen, door de laatste te gebruiken als zich geen personen in een rolstoel melden. Voor mensen die met een scootmobiel naar het theater komen, zijn enkele rolstoelen beschikbaar. Ook voor hen is er zo nodig begeleiding van het theaterpersoneel.

    200_plaats_voor_mensen_met_een_beperking.jpg
  4. Fotoclub De Draadontspanner in Oost-Souburg
    Mensen met een beperking zijn bij deze fotoclub van harte welkom. Het gebouw waar de club samenkomt is toegankelijk voor mensen met een rolstoel. Het adres is: Nagelenburgsingel 2, 4388 KK Oost-Souburg. U kunt contact opnemen met de secretaris van de fotoclub, de heer Maarten Molenaar. Zijn telefoonnummer: 06-49714409

100_pcg_logo-fc.jpg 

Week van de Toegankelijkheid 2014 (van 6 t/m 11 oktober)

Dit was wat de PCG Zeeland deed:

In het kader van bovengenoemde week zochten drie bestuursleden van de PCG contact met een aantal verenigingen. Ze wilden weten hoe klantvriendelijk die waren t.o.v. mensen met een beperking en chronisch zieken. Vanuit die groepen bekeken: Hoe welkom, in de breedste zin van het woord, zijn ze daar? De bestuursleden beschikten over een schouwlijst, maar gebruikten die niet om punt voor punt af te vinken. De resultaten laten zien dat dit ook niet zo zinvol zou zijn.

Hier is wat er uit het onderzoek kwam:

“Bezocht” en gevonden werden de volgende “positieve” verenigingen:

  1. Gymnastiekvereniging Veldo in Middelburg: doet met 2 groepen van mensen met een beperking 1x per week sport- en spelactiviteiten (zie ook het interview met Hester Geuze hieronder).
  2. Tafeltennisvereniging Westerzicht in West Souburg (Vlissingen): telt onder haar leden weinig mensen met een beperking; die zijn er wel erg welkom; de vereniging heeft oog voor aanpassingen die nodig zijn.
  3. Schaakvereniging Middelburg: enkele leden van de vereniging bezoeken regelmatig een verpleeghuis om daar met bewoners te schaken; de eigen schaakgelegenheid is niet goed toegankelijk.
  4. Sjoelvereniging Schijf 83 in Oost-Souburg: heeft maar een enkele lid met een beperking, voor wie een spelregel wordt aangepast; goede voorzieningen voor mensen met een beperking.
  5. Voetbalvereniging Zeelandia in Middelburg: heeft een G(ehandicapten)- team dat wekelijks voetbalt en traint op vaardigheden (zie ook het interview met Niels Luteijn hieronder).
  6. De Fotokring in Sas van Gent: mensen in een rolstoel zijn er welkom; bij tentoonstellingen extra aandacht voor slechtzienden.
  7. Tekenclub in Kloosterzande: locatie is rolstoeltoegankelijk; begeleiding van mensen met een beperking door iemand die dat ook zelf is.
  8. Zeilvliegvereniging Jan van Gent in Nieuwvliet: uniek in de Benelux is de mogelijk voor mensen met een fysieke beperking om een duo-vlucht te maken.
  9. Paardrijclub in Dreischor: rolstoelgebruikers kunnen er paardrijden (voorziening om op het paard te komen); slaap- en logeergelegenheid voor 8 personen met een beperking.
  10. Sportvereniging D’Antilopen op Schouwen-Duiveland: talrijke mogelijkheden voor aangepast sporten, o.a.zwemmen in extra warm water, deskundige begeleiding voor mensen met hartfalen, tochten voor scootmobielen.
  11. Camping en Restaurant De Vierbannen en het Watersnoodmuseum op Schouwen-Duiveland: hebben er samen voor gezorgd dat de drie locaties goed toegankelijk zijn; goede speelmogelijkheden voor kinderen met een beperking; meedenkende ondern

Niet vermeld hebben we de verenigingen die geen mensen met een beperking als lid hebben en die er ook nog niet aan hadden gedacht in die groep naar leden te zoeken. Voor hen had de PCG-actie soms iets weg van een eyeopener.

In een enkel geval gaf een bestuurslid van een vereniging aan over onvoldoende menskracht te beschikken om mensen met een beperking goed te kunnen begeleiden. Gedacht werd dan in termen van één-op-één begeleiding.

Door een efficiënter aanpak moet het mogelijk zijn een volgende keer nog veel meer verenigingen te benaderen. Assistentie van bestuurders/leden uit de achterbanorganisaties zou bovendien zeer welkom zijn.

Belangrijk is nu aan de resultaten van deze PCG-actie ruimer bekendheid te geven. We zullen hiervoor diverse media benaderen.

Tot slot, mocht u over de bovengenoemde verenigingen meer informatie willen hebben, neem dan contact op met het PCG-secretariaat:


De PCG heeft, tijdens een actie in het kader van de Week van Toegankelijkheid enkele mensen ontmoet die enthousiast vertelden over hun inzet voor mensen met een beperking. Graag geven we korte impressies van een tweetal ontmoetingen weer.

 “Zolang ze met een bal bezig zijn vinden ze het heel leuk”

Dat zegt Niels Luteijn als ik hem vraag of het leren passen en het oefenen van traptechnieken niet wat te veel gevraagd is van zijn pupillen. Niels, vierdejaars student van de HZ-opleiding Sport en Beweging loopt stage bij de Middelburgse voerbalvereniging Zeelandia. Een van zijn stage-taken is het werken met een twintigtal pupillen van tussen de 8 en 16 jaar. Ze hebben gemeen met elkaar dat ze beperkin200_img_0864_chris_foto_niels_1.jpggen hebben, lichamelijke zowel als verstandelijke. Samen met twee vrijwilligers oefent Niels, zelf eerste-elftal-speler van Zeelandia, met hen. Spelplezier, daar gaat het om, maar het wordt niet alleen gevonden in een partijtje voetbal. Ook in het elkaar de bal toespelen in een vierkant, het leren passen, of in het leren een aangegeven bal op doel te schieten. Het trainen op die vaardigheden laat er iets van zien hoe serieus Niels zijn klantjes neemt!

Werken met gehandicapte mensen,  het is Niels’ passie, merken we. Hij zoekt naar samenwerking met ouders van gehandicapte kinderen, met scholen en met Arduin, om duidelijk te maken wat het g-team van Zeelandia heeft te bieden. En terloops horen we dat hij buddy is geweest van verschillende bewoners van een Philadelphia-tehuis toen hij er stage liep. Hij begeleidde hen bv. bij hardlopen.

Dat zijn stage bij Zeelandia  voor Niels meer betekent dan het uitvoeren van een opleidingsonderdeel laat hij tot slot nog zó weten: Hij hoopt in januari volgende jaar, wanneer zijn stage erop zit, met dezelfde werkzaamheden bij Zeelandia te kunnen doorgaan.

En iedereen klapt voor hem als de bal erin vliegt!

Dit is wat me het meest bijblijft. Die ene pupil uit de groep van ongeveer 18 mensen met wie Hester Geuze en haar vrijwilligers basketbal spelen. Hij neemt nauwelijks deel aan het spel, als Hester hem naast de korf zet. Zij bezorgt hem de bal, spoort hem aan en hij mikt. Het lukt, de bal vliegt in de korf en van iedereen is er applaus!

200_img_0868_website.jpgHet is maandagavond. Ik bezoek het sportuur van een groep mensen een verstandelijke beperking. Hester Geuze begeleidt hen, geassisteerd door Lieke, Annabel, Marnix en Ronald. Laatstgenoemde sport vanavond in een zaal ernaast in z’n eentje met één van de mensen die deze avond is gekomen. “Eén op één, dat moet met hem”, zegt Ronald. Intussen kijk ik naar de activiteiten van de hele groep. Wat allereerst opvalt is de mentale rust van waaruit wordt gestart. Rustig wachten tot iedereen uit de kleedkamers is gekomen, een praatje hier, een praatje daar en dan pas starten met de warming-up. Eigenlijk zie ik bij dit onderdeel al wat ik later ook bij het basketbal zal zien: aandacht voor het individu. Met iemand meebewegen die moeite heeft met de opgegeven beweging. Puntjes op de i zetten als iemand even een opdracht niet uitvoert (“Hé, daar moest je even de vloer aantikken!”) Zo neem je mensen serieus. Dat gebeurt bij een eenvoudige warming-up-oefenen en later bij het basketbal. Steeds is er die aandacht voor iedereen.

“Sociaal contact en plezier hebben, daar gaat hem om”, zei Hester vooraf. Zij en haar vrijwilligers weten ervoor te zorgen. Ik heb er grote bewondering voor. Ze werken met 2 groepen, waarvan de deelnemers tussen de 18 en 60 jaar zijn Ze doen dat binnen de turnvereniging Veldo (Vlug en lenig door oefening) uit Middelburg. Als mijn contact met hen ertoe bijdraagt dat hun werk binnen zowel als buiten de vereniging niet onopgemerkt blijft, dan zijn we, als Provinciale Chronisch zieken- en Gehandicaptenorganisatie in Zeeland, meer dan tevreden.

Hester, Lieke, Annabel, Ronald, Marco (William en Kelly) bedankt en succes met jullie werk!

Chris Stronks (15 oktober 2014)