Verslag OV/Mobiliteit 31-10-2018
Verslag bijeenkomst van de Zeeuws-Vlaamse Stads- en Dorpsraden over “Mobiliteit en Openbaar vervoer” op 31 oktober in de Mauritshof in IJzendijke
1 Opening
Voorzitter van de dorpsraad van Hoofdplaat Vivian de Koster het iedereen hartelijk welkom en spreekt de hoop uit op een vruchtbare vergadering.
2 Hans v d Geer, dagvoorzitter voor deze bijeenkomst, bespreekt een aantal punten van orde
3 Robert Asselman, voorzitter van de bijeenkomst op 28 maart, geeft nog een korte terugblik op deze bijeenkomst over wonen in zeeuws-Vlaanderen waar 25 raden vertegenwoordigd waren. Inhoudelijk goede presentaties met helaas soms wat achterhaalde prognoses. In de uit de bijeenkomst voortvloeiende aanbevelingen aan de 3 gemeenten sstipt hij de volgende pinten aan: meer openbaarheid over het woningbestand, stimuleren van particulier initiatief en het inrichten van een “Loket Wonen”. Helaas heeft alleen de gemeente Hulst gereageeerd op de aanbevelingen.
4 Voorzitter Hans v d Geer licht kort het programma voor de avond toe. 3 sprekers die elk een facet van de problematiek van Mobiliteit en Openbaar Vervoer uitdiepen. Tijdens de pauze gelegenheid tot het indienen van schriftelijke vragen.
5 Als eerste de presentatie van Jaap van Peperstraten, voormalig lid van de RMDO van de gemeente Sluis: Mobiliteit als voorwaarde voor deelname aan de samenleving. Jaap betoogt dat er voor openbaar vervoer, in tegenstelling tot onderwijs en gezondheidszorg, geen wettelijke afspraken en verplichtingen vastgelegd zijn, hoewel daarover wel gesproken wordt in het VN-verdrag voor de rechten van de mens. Dit heeft tot gevolg dat er voor een aantal mensen sprake is van vervoersarmoede wat weer gevolgen heeft voor een normale deelname aan de maatschappij. Denk aan familiebezoek, ziekenbezoek of ziekenhuisbezoek. Denk ook aan scholierenvervoer of woon- werkverkeer voor mensen die geen auto hebben. Wanneer deze vervoerarmoede niet aangepakt wordt zal dat gevolgen hebben voor vergrijzing, ontgroening en leegloop van Zeeuws-Vlaanderen. Hoewel de provincie met “Bereikbaar Zeeland” en de “Haltetaxi” op de goede weg is, doen de 3 Zeeuws-Vlaamse gemeenten zelf hoegenaamd niets aan deze problematiek.
6 Tonnie Joxhorst van de “Stichting Welzijn Ouderen Steenbergen” geeft uitleg over de Plusbus in Steenbergen. In 1981 in het leven geroepen door de huisartsen van Steenbergen is de Plusbus nu niet meer weg te denken. De plusbus zorgt voor vervoer met begeleiding voor ouderen, desnoods tot aan het keukenkastje. 5 dagen in de week van 9 tot 5 en daarnaast op afroep ook ’s avonds en zelfs in het weekend. De Plusbus draait op vrijwilligers en komt rond van een gemeentelijke subsidie, sponsorgelden en uiteraard inkomsten uit het vervoer. Zij heeft 2 aangepaste bussen en kan zo nodig dus ook mensen in een rolstoel vervoeren. Vanaf 2019 wordt de SWOS opgeheven en zal de Plusbus als zelfstandige organisatie verder moeten gaan. Hoe dat precies zal gaan functioneren is nog niet bekend.
7 Fini de Paauw voert namens de PCG Zeeland het woord. De PCG heeft in 2017 na intensieve contacten met vervoersdeskundige Prof. Dr. Martens een aanzet gegeven tot het ontwerpen van een pilot waarbij het Openbaar Vervoer, het WMO-vervoer en alle mogelijke vervoersvormen die uit burgerinitiatieven voortkomen, geïntegreerd worden. Dit is nodig om een eerlijk en rechtvaardig vervoersysteem te ontwerpen waarbij ook chronisch zieken en gehandicapten en mensen die geen auto hebben toch vergelijkbaar vervoer aangeboden kan worden. Vergelijkbaar aan gezonde mensen met een auto. Voor automobilisten wordt veel gedaan om hun vervoer soepel te laten verlopen. Dit geldt absoluut nier voor niet-autobezitters. De PCG is van mening dat het zeer wel mogelijk is dat een goed geïntegreerd vervoerssysteem wel eens goedkoper uit zou kunnen pakken dan het huidige systeem met Openbaar Vervoer, WMO-vervoer en Halte-taxi die allemaal uit verschillende geldstromen gefinancierd worden. Gemeenten hebben destijds toegezegd aan deze pilot te willen meewerken. Helaas is van deze toezeggingen na de verkiezingen niets terecht gekomen.
Na de pauze komen de vragen aan bod.
De eerste vraag betreft “Bereikbaar Zeeland”. Bereikbaar Zeeland is in feite alleen een website waar alle mogelijke lokale initiatieven worden geïnventariseerd. Het doel is om succesvolle experimenten zo snel mogelijk te kunne doorgeven.
De tweede vraag betreft de informatie door provincie en gemeenten over de beschikbaarheid van openbaar vervoer wat betreft tijd en plaats. 9292 voldoet wat dat betreft lang niet altijd. Alle openbaar vervoer bedrijven zijn verplicht voor 9292 data aan te leveren maar voor vraagafhankelijke vervoersconcepten zijn die data moeilijk te ontsluiten en voor private initiatieven is dat vrijwel onmogelijk.
Vraag 3: hoe verhoudt de plusbus zich tot de taxiwet. De plusbus is een burgerinitiatief en niet gericht op het maken van winst. Zij doet vooral ritten die voor taxibedrijven sowieso niet interessant zijn. De RMDO vult nog aan dat zolang er slechts kostendekkend vervoer verzorgd wordt de taxiwet niet van toepassing is.
Vraag 4: Is de plusbus omdat ze met vrijwilligers werken niet gewoon lekker goedkoop WMO-vervoer voor de gemeente? De plusbus rijdt alleen binnen de gemeentegrens en mensen met een WMO-pas kunnen gewoon kiezen welk vervoer ze gebruiken.
Vraag 5: Hoe komen horecawerknemers in de gemeente Sluis ’s avonds naar huis? Hierin heeft ook de werkgever een verantwoordelijkheid.
Vraag 6: Wat gebeurt er met structurele klachten over de dienstregeling. De provincie heeft maandelijks over leg met Connexxion. Landelijk is er nog het Reizigersoverleg.
Vraag 7: Soms wordt te vroeg vertrokken. Waarom wordt dat niet gemonitord. Te vroeg vertrekken gebeurt soms om een goed verloop van de hele rit beter te kunnen waarborgen.
Het blijft belangrijk om blinde vlekken in het openbaar Vervoer te melden bij de GemeentelijkeVervoersCentrale.
Hierop houdt de voorzitter van de PCG nog een hartstochtelijkk peidooi voor de inzet van de stads- en dorpsraden. Niemand kan beter dan zij deze blinde vlekken opsporen, zij zullen ze in kunnen vullen en helpen een systeem op poten te zetten. Dat zal een systeem zijn waar zeker niet alleen vrijwilligers in werken. De vrijwilligers zullen ingezet worden in een alomvattend vervoerssysteem dat er ook voor kan zorgen dat het autoverbruik terug gedrongen wordt.
De voorzitter bedankt alle aanwezigen en sluit de vergadering.